6. Behandeling gericht op verbetering mobiliteit

Inleiding

In de submodules wordt bekeken wat het effect is van verschillende in Nederland gangbare behandelmethoden, die gericht zijn op verbetering van het mobiliteit, in het bijzonder het lopen, bij kinderen met een spastische Cerebrale Parese (CP). In de meeste studies werd niet enkel het domein lopen, maar de totale GMFM score als uitkomstmaat op activiteiten niveau gehanteerd. Om die reden wordt in de submodules gesproken over mobiliteit.
Er is een indeling gemaakt naar indicatiegebied voor de verschillende therapieën, met name in relatie tot de leeftijd van het kind en zijn functionele niveau. Er is behoefte aan gegevens over het uiteindelijke functionele niveau bij einde van de groei, de studies hebben echter meestal een kortere follow-up en onderzochten niet specifiek de situatie aan het einde van de groei. Er zijn weinig studies waarbij het effect van verschillende therapieën met elkaar vergeleken wordt (Siebes 2002). In de meeste studies wordt het effect van een behandelmethode vergeleken met actieve oefentherapie. Doordat weinig studies onderzoek naar oefentherapie in Nederland betreffen en onvoldoende inhoudelijk beschreven worden, is vaak geen duidelijkheid te verkrijgen over de vergelijking met de oefentherapie situatie hier. In de beschrijvingen van de oefentherapie zijn de principes van Neuro Developmental Treament (NDT), het rekken van de musculatuur (beschreven in de modules over ‘Behandelingen CP op stoornis niveau’), spierkracht training, looptraining en training van functionele doelen de meest herkenbare elementen.