5. Behandelingen CP op stoornis niveau

Inleiding

Uit zowel de literatuur als de kliniek is bekend dat de spierfunctie bij kinderen met spastische parese verminderd is en leidt tot een verminderde bewegingsmogelijkheden (Booth 2001). In de onderliggende submodules wordt bekeken wat er bekend is over het effect van therapie op drie aspecten die hiervoor verantwoordelijk kunnen zijn namelijk: de spasticiteit, accumulatie van bindweefsel en verminderde spierkracht. Stijfheid van een spier wordt behalve door neurogene factoren ook bepaald door structurele aanpassingen van de spier. Oefenvormen als passief bewegen, ortheses en krachttraining trachten op deze punten aan te grijpen. De tonus inhibitie daarentegen focust meer op de neurogene component.